AOV is de afkorting van Aanvullend Openbaar Vervoer. Gemeente Amsterdam gebruikt die term voor vervoer dat gemeenten moeten aanbieden vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)↗, aan mensen die vanwege hun beperking geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. In veel gemeenten het ‘wmo-taxi’ of ‘regiotaxi’.
Zo staat het op de website van gemeente Amsterdam↗:
Heeft u of uw kind een beperking waardoor zelfstandig reizen met het openbaar vervoer niet mogelijk is? Bekijk hier hoe u aanvullend openbaar vervoer aanvraagt.
Verschillen tussen OV en AOV
AOV is geen openbaar vervoer. Het is immers niet openbaar maar uitsluitend voor mensen met een WMO indicatie.
Openbaar vervoer rijdt volgens een dienstregeling op een vaste route. WMO vervoer is meestal een deeltaxi van deur tot deur.
Gemeenten zijn verantwoordelijk de WMO, Provincies (of vervoerregio’s) zijn verantwoordelijk voor het openbaar vervoer, op grond van de Wet Personenvervoer 2000.
In de meeste gemeenten wordt het WMO vervoer openbaar aanbesteed. Daardoor is er regelmatig een wisseling van vervoerder. Ook het regionale OV wordt aanbesteed, behalve de ‘concessie Amsterdam’, die wordt inbesteed aan GVB.
Beperkingen van WMO vervoer
WMO vervoer is uitsluitend bedoeld voor sociaal-recreatief gebruik. Dus niet voor school, werk, dagbesteding of voor een behandeling in het ziekenhuis.
Je hebt een indicatie (keuring) en een vervoerpas nodig
Een rit moet altijd van te voren geboekt worden.
Het vervoer mag een kwartier te vroeg of te laat zijn.
Je reist meestal met andere mensen samen en daardoor niet altijd via de kortst mogelijke route.
Je mag tot 25 km vanaf je huisadres reizen. Voor langere afstanden moet je gebruik maken van ‘Valys’.
In Amsterdam bestaat er geen PGB vervoer (persoons gebonden budget).
In Amsterdam bestaat sinds 2022 een kilometerlimiet van 1500 km. Als je meer reist, moet je een aanvraag voor meer kilometers doen.
Een vervoerpas vraag je aan bij de gemeente waar je woont. De voorwaarden voor het WMO vervoer zijn per gemeente verschillend (al werken sommige gemeenten wel samen).
In Amsterdam bestaat geen aansluiting met het Openbaar Vervoer, geen deur tot station of halte systeem en geen overstapservice.
In Amsterdam is er geen samenwerking met andere gemeenten, behalve Diemen.
In Amsterdam is geen integratie tussen andere vervoersystemen waar de gemeente óók verantwoordelijk voor is (dagbesteding, leerlingenvervoer).